bron:K. Crul.(2005). Ingebeeld 1. Canon (doos+DVD )
De volgende links moet je ook zeker eens bekijken:
http://ingebeeld.jekino.be/404.html http://ingebeeld.jekino.be/ingebeeld1/
http://www.ingebeeld3.be/
FILM+geluiden
DOOS
In de 'INgeBEELDdoos' vind je een DVD met de kortfilms en extra materiaal. Bij
In de 'INgeBEELDdoos' vind je een DVD met de kortfilms en extra materiaal. Bij
elke kortfilm hoort een boekje met activiteiten, opdrachten, tips en
uitbreidingen. Ook zitten er in de doos prenten die je nodig zal hebben bij de
opdrachten.
In vier stappen:
Stap 1: Het kijken/ luisteren naar de kortfilm.
Eerste visie van de geselecteerde film. Bij sommige kortfilms kan er een opdracht aan vooraf gaan.
Stap 2: De eerste indrukken
Jonge kinderen beleven heel wat tijdens het kijken: emoties, associaties, inleving in de personages, indrukken van kleuren, beelden,geluiden, muziek…. In deze fase maken de kinderen aan elkaar duidelijk, wat voor verhalen, emoties, indrukken… zij hebben beleefd. Kinderen kijken heel anders dan
In vier stappen:
Stap 1: Het kijken/ luisteren naar de kortfilm.
Eerste visie van de geselecteerde film. Bij sommige kortfilms kan er een opdracht aan vooraf gaan.
Stap 2: De eerste indrukken
Jonge kinderen beleven heel wat tijdens het kijken: emoties, associaties, inleving in de personages, indrukken van kleuren, beelden,geluiden, muziek…. In deze fase maken de kinderen aan elkaar duidelijk, wat voor verhalen, emoties, indrukken… zij hebben beleefd. Kinderen kijken heel anders dan
volwassenen, focussen elders op het beeld en letten op heel andere inhouden en details.
Stap 3: Verwerking
Zij hebben veel moeite om echt van niet –echt te onderscheiden. via muzische activiteiten en opdrachten deze ervaringen te verwerken.
Stap 4: Verkenning van de mediabouwstenen
Doel om de jonge kinderen in contact te brengen met de
Doel om de jonge kinderen in contact te brengen met de
audiovisuele taal en middelen.
Alle activiteiten
Meestal kan je aansluiting vinden bij een opdracht uit stap 3 en 4.
1st opdrachten uit stap 2 aanbieden dan stap 3 en dan stap 4.--> moeilijkheidsgraad
opbouw
in stap 4= een logische en graduele volgorde en opbouw voorzien.
In SIENTJE en BZZZ zijn de media opdr. In stap 4 nog experimenteel.
vb. cameragewenning, experimenteren,…
Verder opbouwend op die ervaringen staan er in LACHENDE MAAN en ALS IK LATER GROOT BEN en DE TUIN. à andere act. zoals aanmaken van stukje animatie.
Alle activiteiten
Meestal kan je aansluiting vinden bij een opdracht uit stap 3 en 4.
1st opdrachten uit stap 2 aanbieden dan stap 3 en dan stap 4.--> moeilijkheidsgraad
opbouw
in stap 4= een logische en graduele volgorde en opbouw voorzien.
In SIENTJE en BZZZ zijn de media opdr. In stap 4 nog experimenteel.
vb. cameragewenning, experimenteren,…
Verder opbouwend op die ervaringen staan er in LACHENDE MAAN en ALS IK LATER GROOT BEN en DE TUIN. à andere act. zoals aanmaken van stukje animatie.
de kortfilms
Sientje vertelt een verhaal consequent vanuit het gezichtspunt van het
gelijknamige hoofdpersonage, een kleuter van vijf jaar, daardoor wordt de kijker
in Sientjes positie gedwongen en identificeert zich met haar. Het gaat nog een
stapje verder wanneer we in haar hoofd kijken, via haar dromen en fantasieën :
papa en mama groeien uit tot reuzen die ze vertrappelt.
In Bzzz ontdekt een vlieg een kinderboek met een olifant die op zijn slurf staat.
In Bzzz ontdekt een vlieg een kinderboek met een olifant die op zijn slurf staat.
Het is een prachtig voorbeeld van symbiose tussen life-action en animatiefilm : de
vlieg en het boek zijn getekend; de kamer (het décor) is een écht interieur
Laughing Moon puzzelt met tangrams tot je herkenbare figuren en creaturen ziet
(een vis, een mannetje, een masker, een draak, een gitaar,...). Er is ruimte, geendiepte te zien en het camerastandpunt is steeds hetzelfde. Hierdoor verkent de film de meer abstracte relatie tussen beeld en geluid.
Laughing Moon puzzelt met tangrams tot je herkenbare figuren en creaturen ziet
(een vis, een mannetje, een masker, een draak, een gitaar,...). Er is ruimte, geendiepte te zien en het camerastandpunt is steeds hetzelfde. Hierdoor verkent de film de meer abstracte relatie tussen beeld en geluid.
In When I grow up I want to be a tiger droomt een katje ervan een tijger te
zijn. De film is verteld in rijmvorm en hanteert dezelfde structuur : opgebouwd uit
korte hoofdstukjes met steeds terugkerende patronen en personages.
Een contrast met Le Jardin, een verhaal over liefde en de gevolgen daarvan. De
animatietechniek (geschilderde glasplaten) is uniek.
--> Enkele leuke act. uit Sientje
Stap 2: Eerste indrukken:
1. Praten over de film: Aan de hand van de spontane reacties wordt er een
gesprekje gehouden. Andere vragen om de eerste indrukken te verwerken
kunnen bijvoorbeeld zijn:
§ Wat zou er gebeurd zijn, dat Sientje zo boos is?
§ Waaraan kan je zien dat Sientje boos/niet meer boos is?
§ Is de mama van Sientje ook boos?
§ Ben je ook wel eens boos? Wanneer dan?
§ Wat doe je als je boos bent, doe je ook zoals Sientje?
§ …
Stap 3: Verwerking (1st film zien)
Voorzie elke kleuter van een muziekinstrument of andere
Voorzie elke kleuter van een muziekinstrument of andere
materialen waarmee ze geluiden kunnen maken. Hoe meer verschillende
soorten van instrumenten je hebt, hoe een rijker klankenpalet.
de kls kiezen een materiaal en gaan in een kring zitten.
De kinderen beelden zich in dat ze boos zijn. Van gewoon boos naar, naar bozer en zelfs ontploffen.
En op het einde triest, blij en lief. Laat de kl experimenteren met klankmogelijkheden van de materialen om uit te zoeken hoe zij de verschillende gevoelens kunnen uitdrukken.
Kind staat recht en speelt op zijn materiaal.
-wat denken jullie?
-klonk het boos, bozer, heel boos?
-triest?
-lief?
-vriendelijk
-heel lief
-minder boos
-…
Stap 4: Verkenning van de mediabouwstenen:
Spelen met de ruimte:
DAG 1 experimenten
materiaal:
-witte doek of witte muur
-camera op statief à aangesloten op P.C zichtbaar voor de anderen
-papiertape
de kls kiezen een materiaal en gaan in een kring zitten.
De kinderen beelden zich in dat ze boos zijn. Van gewoon boos naar, naar bozer en zelfs ontploffen.
En op het einde triest, blij en lief. Laat de kl experimenteren met klankmogelijkheden van de materialen om uit te zoeken hoe zij de verschillende gevoelens kunnen uitdrukken.
Kind staat recht en speelt op zijn materiaal.
-wat denken jullie?
-klonk het boos, bozer, heel boos?
-triest?
-lief?
-vriendelijk
-heel lief
-minder boos
-…
Stap 4: Verkenning van de mediabouwstenen:
Spelen met de ruimte:
DAG 1 experimenten
materiaal:
-witte doek of witte muur
-camera op statief à aangesloten op P.C zichtbaar voor de anderen
-papiertape
1.Camera experiment (opnemen)
1) kls staan voor de camera en kunnen zichzelf zien op pc
2)experimenteren: binnen beeld, buiten, beeld, verplaatsen van links naar rechts, naar voor en naar achter, snuiten trekken, lichaamsdelen in beeld brengen, …
3) opnames bekijken + reflecteren
2. Opdrachten
-ik wil twee kls in beeld
-vier armen in beeld
-2 hoofden
-tegen bij elkaar
-ver van elkaar
-…
….
3. Een studio
met papierplakband wordt op de vloer een filmframe afgebakend. (tot daar waar je niet meer inbeeld komt). Iedereen gaat uit het beeld staan. 2 kls zeggen wat ze in het beeld willen zien. De andere zien wat het effect is op p.c. àopdrachten mogen van kls komen
4. Verstoppertje
5. Wat wil je zien
vb. we willen 2 ame, één neus, 2 ogen zien, niet van hetzelfde kind. Opnemen en afspelen – controleren of het gelukt is. à opnemen op camera en dan kijken naar het effect.
1) kls staan voor de camera en kunnen zichzelf zien op pc
2)experimenteren: binnen beeld, buiten, beeld, verplaatsen van links naar rechts, naar voor en naar achter, snuiten trekken, lichaamsdelen in beeld brengen, …
3) opnames bekijken + reflecteren
2. Opdrachten
-ik wil twee kls in beeld
-vier armen in beeld
-2 hoofden
-tegen bij elkaar
-ver van elkaar
-…
….
3. Een studio
met papierplakband wordt op de vloer een filmframe afgebakend. (tot daar waar je niet meer inbeeld komt). Iedereen gaat uit het beeld staan. 2 kls zeggen wat ze in het beeld willen zien. De andere zien wat het effect is op p.c. àopdrachten mogen van kls komen
4. Verstoppertje
5. Wat wil je zien
vb. we willen 2 ame, één neus, 2 ogen zien, niet van hetzelfde kind. Opnemen en afspelen – controleren of het gelukt is. à opnemen op camera en dan kijken naar het effect.
Spelen met beeldovergangen
materiaal: (zie volledige act. in boekje Sientje, 2 laatste pg.)
max 4 kls
camera op statief
een doorzichtige plaat aan een statief met textieltape. à (op ramen van klas schilderen, CAMERA buiten opstellen, laat de kls binnen schilderen. Hang achter de kls een wit doek)
verfborstel en verf: zwart en rood, achter het kind een wit doek
DOEL: beeldenreeksen en ontdekken van effect hiervan
3. Zoom in en uit experimenteren met camera
De leerkracht wil ook aan de kleuters laten zien wat het effect is van
materiaal: (zie volledige act. in boekje Sientje, 2 laatste pg.)
max 4 kls
camera op statief
een doorzichtige plaat aan een statief met textieltape. à (op ramen van klas schilderen, CAMERA buiten opstellen, laat de kls binnen schilderen. Hang achter de kls een wit doek)
verfborstel en verf: zwart en rood, achter het kind een wit doek
DOEL: beeldenreeksen en ontdekken van effect hiervan
3. Zoom in en uit experimenteren met camera
De leerkracht wil ook aan de kleuters laten zien wat het effect is van
het in- en het uitzoomen. Zo zien de kleuters dat je ‘groter en
kleiner’ wordt gemaakt met de camera.
Een ZEN moment
Nadien wordt de camera opnieuw ingesteld, zodat het afgeplakte vlak
Nadien wordt de camera opnieuw ingesteld, zodat het afgeplakte vlak
in beeld is.
-->Enkele leuke act. uit BZZZ
Stap 1: Eerst Luisteren ….
geluiden zorgen voor een sfeer. Geluiden zorgen ook voor een spanning in het verhaal. Klank belangrijk
Eerst luisteren naar de klankband zonder beelden!
Zoek samen met KO naar de herkomst van de geluiden: (ONTDEKKEN)
stoom, water, auto, radio, vlieg, krekels…
(stoom, auto, radio, krekels, vlieg,)
KO vertelt dat dit luisterfragment de klankband is van een film. Vraag en waarover de film gaat?
Stap 2: Eerste indrukken:
1. Op zoek naar personages en objecten
-wie speelt er mee? Wie is de persoon die boek dicht doet? Welke voorwerpen zie je? In welke kamer speelt verhaal zich af?
-wie speelt er mee? Wie is de persoon die boek dicht doet? Welke voorwerpen zie je? In welke kamer speelt verhaal zich af?
2. echt /niet echt
-welke zijn gefilmd in echte wereld? Welke zijn gemaakt voor de film? Wat is er anders aan de vlieg dan een echte vlieg?...
-welke zijn gefilmd in echte wereld? Welke zijn gemaakt voor de film? Wat is er anders aan de vlieg dan een echte vlieg?...
Doel= wijzen op mogelijkheden van een animatiefilm-de vlieg alles laten doen
3. Wat nu met de vlieg?
Kls laten fantaseren over her vervolg van het verhaal.
Stap 3: Verwerking:
GELUID EN BEELD UITVERGROTEN
materiaal:
-vergrootglas, loupepotjes, glazen potje, pincet, verrekijker, dictafoon microfoon en koptelefoon om geluid op te nemen en weer te geven, een krachtige lamp (4kls)
uitvergroten
GELUID EN BEELD UITVERGROTEN
materiaal:
-vergrootglas, loupepotjes, glazen potje, pincet, verrekijker, dictafoon microfoon en koptelefoon om geluid op te nemen en weer te geven, een krachtige lamp (4kls)
uitvergroten
beelden
1)dagelijkse dingen heel dichtbij bekijken: stof, touw, hout, zand, ….
2)vergrootglas gebruiken (binnen)
3) buiten met verrekijker
4) je eigen vinger bekijken in een loepotje
geluiden
kl gaat met zijn oor op de tafel liggen aan de andere kant van de tafel laat je een andere kl zachte geluiden maken: vingers over tafel stappen, vingernagels, wrijven, tikken, rondjes tekenen met hand,…
voorwerpen: potjes(glas, plastiek,….) à STILLE OMGEVING!!!
Maak een geluidsopname van een zacht geluid. à opnemen en afspelen van geluid met dictafoon.
HOU micro bij geluidsbron
(als je opnameniveau kan regelen= maximum volume)
Na het opnemen speel je elke individueel af.
maak van heel dichtbij geluidsopnames van: potlood op papier, vinger over tafel wrijven, in de microfoon blazen, een vinder over micro wrijven, haren tussen vingers wrijven, papiertje van snoepje verwijderen, in en –uitademen, aan hun kleren friemelen,…
OP DE ACHTERGROND
de achtergrond geluiden (waterkoker, radio, …) doet vermoeden dat er iemand gaat binnenkomen.
hoorspel
materiaal:
voorwerpen in de klas
Kinderen staan aan één kant van de ruimte met gezicht tegen muur. KO laat adhv geluiden horen wat ze aan het doen is.
vbn: naar deur stappen en deze opendoenà naar buiten gaan
snel van de andere kant dichtbij komenà er komt iemand aan
voorwerpen in de klas
Kinderen staan aan één kant van de ruimte met gezicht tegen muur. KO laat adhv geluiden horen wat ze aan het doen is.
vbn: naar deur stappen en deze opendoenà naar buiten gaan
snel van de andere kant dichtbij komenà er komt iemand aan
met krijtje op bord tekenen
gordijnen dichtschuiven
kls mogen nu een geluid uitbeelden en de anderen moeten raden.
vbn:
blad papier en tekenen
waterkraan opendraaien en handen wassen
licht aandoen
deur opendoen en iets uit de kast nemen
boek nemen en er in bladeren
Stap 4: Verkennen van de mediabouwstenen: (doel 5.4 bewuster kijken en luisteren naar hoeveelheid geluiden en klanken en zeer eenvoudige visuele boodschappen)
gordijnen dichtschuiven
kls mogen nu een geluid uitbeelden en de anderen moeten raden.
vbn:
blad papier en tekenen
waterkraan opendraaien en handen wassen
licht aandoen
deur opendoen en iets uit de kast nemen
boek nemen en er in bladeren
Stap 4: Verkennen van de mediabouwstenen: (doel 5.4 bewuster kijken en luisteren naar hoeveelheid geluiden en klanken en zeer eenvoudige visuele boodschappen)
materiaal:
-decor: kopje, schaar,doosje
-digitale camera
1. Vliegensvlug vliegen (voor te experimenteren)
kls hebben een stokje met een vliegje, ze vliegen rond in de klas en gaan landen op verschillende dingen in de klas.
2. Setting
decor: tafel met de bovenstaande 3 voorw.
KO vertelt een kort verhaal: Het vliegje is bang en verstopt zich achter het doosje . Hij hoort iets en hij is nieuwsgierig, hij vliegt naar het kopje en begint te drinken. Hij slurpt heel hard. Hij hoort weer een geluid en kijkt rond, de vlieg schrikt en vliegt terug achter het doosje, hij ziet iets blinken, het is een schaar en vliegt daar naar toe.
KLS mogen ook zelf handelingen bedenken.
-decor: kopje, schaar,doosje
-digitale camera
1. Vliegensvlug vliegen (voor te experimenteren)
kls hebben een stokje met een vliegje, ze vliegen rond in de klas en gaan landen op verschillende dingen in de klas.
2. Setting
decor: tafel met de bovenstaande 3 voorw.
KO vertelt een kort verhaal: Het vliegje is bang en verstopt zich achter het doosje . Hij hoort iets en hij is nieuwsgierig, hij vliegt naar het kopje en begint te drinken. Hij slurpt heel hard. Hij hoort weer een geluid en kijkt rond, de vlieg schrikt en vliegt terug achter het doosje, hij ziet iets blinken, het is een schaar en vliegt daar naar toe.
KLS mogen ook zelf handelingen bedenken.
3. Camera ( voor te experimenteren)
Kls kijken naar het statief. (kqn ook enkel met camera)
KO legt de camera uit: beweeg de camera door de hendel van het statief te bewegen. Opnemen doe je door op de rode knop te drukken, als je nog eens op deze knop duwt stopt de opname.
Op het scherm kan je zien wat je filmt.
zoom het beeld in zodat je details van de vlieg kunt zien.
KO legt dit uit. à KO vertelt verhaal en kls voeren uit met vlieg
4. kls en camera
Kls oefenen met de camera. Ze volgend de vlieg.
KO speelt eerst zelf met de vlieg: traag bewegen, snel,…
zorg dat de kls de vlieg kunnen volgen door gebruikt te maken van de camera
KO speelt eerst zelf met de vlieg: traag bewegen, snel,…
zorg dat de kls de vlieg kunnen volgen door gebruikt te maken van de camera
5. Vliegensvlug
kls maken een opname van de vlieg in het decor. Eerst bespreken wat vlieg doet. Eén kl één scene laten opnemen met de camera. Een andere speelt met de vlieg. à drie dingen die vleig doet, welke emoties,…
Opnamen samen bekijken en vertellen wat vlieg doet.
DOOR DE OGEN VAN EEN VLIEG
mat:
-voor elke kl. een kokertje
-vlieg en een kopje
-camera op statief
-een stuk stof dat de vleugels van een vlieg voorsteltà camera wordt vlieg
-voor elke kl. een kokertje
-vlieg en een kopje
-camera op statief
-een stuk stof dat de vleugels van een vlieg voorsteltà camera wordt vlieg
Praatplaatjes
je laat een tekening zien aan de kls, een vlieg die op een kopje zit. KO: je vraagt aan de kls welke van de 3 beelden(1 van de 3 juist) de vlieg ziet. Je doet nog met 3 andere tekeningen. vb. vlieg onder het kopje en ervoor.
2. Kokertje
elke kl krijgt een koker (wc rol, een facet-oog=kijken als een vlieg) en kijkt naar de dingen in de klas.
KO tovert iedereen om in een vlieg die dichtbij naar een voorwerp kijkt. (in detail)
3.detail-opnames
KO neemt enkele detailopnames op met de camera. KO laat kls kijken op TV. Vraag aan de kinderen wie kan raden welk beeld je hebt genomen?
OF
je kan ook op voorhand details foto’s trekken van de klas. Je kan de kls op zoek laten gaan naar de voorwerpen waarvan je foto’s. getrokken hebt.
4. Grote vlieg
De camera krijgt een jasje, een stuk zwart stof, eventueel met plastieken
je laat een tekening zien aan de kls, een vlieg die op een kopje zit. KO: je vraagt aan de kls welke van de 3 beelden(1 van de 3 juist) de vlieg ziet. Je doet nog met 3 andere tekeningen. vb. vlieg onder het kopje en ervoor.
2. Kokertje
elke kl krijgt een koker (wc rol, een facet-oog=kijken als een vlieg) en kijkt naar de dingen in de klas.
KO tovert iedereen om in een vlieg die dichtbij naar een voorwerp kijkt. (in detail)
3.detail-opnames
KO neemt enkele detailopnames op met de camera. KO laat kls kijken op TV. Vraag aan de kinderen wie kan raden welk beeld je hebt genomen?
OF
je kan ook op voorhand details foto’s trekken van de klas. Je kan de kls op zoek laten gaan naar de voorwerpen waarvan je foto’s. getrokken hebt.
4. Grote vlieg
De camera krijgt een jasje, een stuk zwart stof, eventueel met plastieken
vleugels. De camera wordt een grote vlieg en de lens zijn haar ogen. De
leerkracht heeft de grote vlieg vast en vliegt rond van de ene plaats naar
de andere. Je kunt best vooraf een duidelijk parcours uitstippelen,
waarlangs de grote vlieg moet vliegenà parcours opnemen. Kies voor 3 duidelijke bewegingen met de caamera, hou de verschillende acties vast alsof de vlieg ergens gaat zitten.
Achteraf bespreken wat ze allemaal gezien heeft, nadien het beeld bekijken. Klopt het met wat we denken dat de vlieg zag?
5.een eigen vlieg filmpje
Achteraf bespreken wat ze allemaal gezien heeft, nadien het beeld bekijken. Klopt het met wat we denken dat de vlieg zag?
5.een eigen vlieg filmpje
met een klein groepje maak je en filmpje. Camera is omgetoverd tot een vlieg. KO bedenkt samen met de kls een situatie. KO of kls nemen het op. op het einde worden de beelden getoond van wat de vlieg heeft meegemaakt.
Leuke activiteiten uit Le Jardin
In dit boekje vind je een vb van:
GELUIDEN BIJ EEN FILM
In dit boekje vind je een vb van:
GELUIDEN BIJ EEN FILM
Geen opmerkingen:
Een reactie posten